Hemochromatose betekenis
Hemochromatose (IJzerstapelingsziekte) is een ziekte waarbij er teveel ijzer in het lichaam aanwezig is. Hierdoor ontstaat ijzerstapeling in de lever en vervolgens ook in andere organen. Er zijn twee vormen van hemochromatose: primaire en secundaire hemochromatose. De eerste vorm komt veel vaker voor. Primaire hemochromatose Dit is een. Hemochromatose, pigmentcirrose, ijzerstapelingsziekte is een erfelijke aandoening, De betekenis van het ferritinegehalte in het serum Hemochromatose betekenis Deze behandeling is veel minder effectief dan aderlaten. Secundaire hemochromatose wordt alleen met aderlating behandeld als de bloedarmoede niet te ernstig is. Bronnen: Maag Lever Darm Stichting, Hemochromatose Vereniging en UZA. Tags: ijzerstapelingsziekte, hemochromatose Delen: gepubliceerd door C. van Etten.
Genetische aandoening Een erfelijke aandoening is een ziekte of aandoening die van generatie op generatie kan worden doorgegeven door een afwijking in de genen. Erfelijke aandoeningen zijn een categorie van aangeboren, congenitale aandoeningen.
Behandeling hemochromatose IJzerstapelziekte of hemochromatose is een ziekte waarbij ijzer wordt opgeslagen in vooral de lever, het hart en/of de alvleesklier. Te veel ijzer in de lever kan leiden tot een vergrote lever, leverfalen, leverkanker of levercirrose (=vorming van littekenweefsel in de lever).
Ijzerstapeling ziekte
Ook kan op den duur ijzerstapeling optreden in de alvleesklier, de gewrichten, de huid, het hart en de schildklier. Hemochromatose (primair) is een vrij veelvoorkomende erfelijke ziekte: er zijn in Nederland zo’n patiënten die genetische aanleg hebben om hemochromatose te krijgen. Pas als de klachten aanhouden wordt er vaak aan ijzerstapelingsziekte gedacht. Hemochromatose is niet moeilijk om op te sporen. Via bloedonderzoek kan er gekeken worden of er sprake is van ijzerstapeling. Als dat blijkt volgt DNA-onderzoek om te kijken of de ziekte erfelijk is of niet.Ijzerstapeling ziekte IJzerstapelziekte of hemochromatose is een ziekte waarbij ijzer wordt opgeslagen in vooral de lever, het hart en/of de alvleesklier. Te veel ijzer in de lever kan leiden tot een vergrote lever, leverfalen, leverkanker of levercirrose (=vorming van littekenweefsel in de lever).